aftrap betekent: 'opening, start, begin'
- Vijf seconden na de aftrap scoorde Ajax al het eerste doelpunt.
- Gisteren werd de aftrap gegeven voor de landelijke Week van het geld.
- De burgemeester verzorgde de aftrap van de zangwedstrijd.
a. In het voetbal.
b. In de bankenwereld.
c. In de muziek.
Dat af- in aftrap de betekenis 'beginnen' heeft, komt doordat het een vertaling van het Engelse kick-off is: af lijkt op off, dat die betekenis heeft (en kick betekent 'trap(pen)'). In 'echt' Nederlandse woorden zorgt af- er vaak voor dat je juist aan het einde van iets denkt: afmaken, afraffelen. Weet jij nog een voorbeeld?
Extra
Aftrap komt ook voor in het werkwoord aftrappen. Bijvoorbeeld: 'De boekenweek is afgetrapt!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten