(zich) blameren betekent: 'een prestatie leveren om je voor te schamen' of 'iemand anders te schande maken'
- De minister heeft zich flink geblameerd met die uitspraak.
- Hij blameerde de hele familie met zijn brutale gedrag.
- De leerlingen blameerden de stagiair tijdens zijn les.
Er bestaan twee zelfstandige naamwoorden die passen bij het werkwoord blameren. Vul deze woorden aan in de zinnen hieronder. Gebruik eventueel een woordenboek.
- Nederland is al bijna uitgeschakeld voor het EK. Wat een bl….!
- Hij heeft er alles aan gedaan om het een succes te laten worden. Hem treft geen enkele bl…!
Welk Engels werkwoord met de betekenis 'beschuldigen, verwijten' lijkt op blameren?
Video
Op tv blameren presentatoren zich soms door zich te verspreken of er zomaar iets uit te flappen. Deze 'bloopers' worden vaak via het internet verspreid. Vorige week gebeurde dat met dit filmpje van een RTL-weervrouw. (Pas op: lelijke woorden.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten